Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BD0173

Datum uitspraak2008-04-23
Datum gepubliceerd2008-04-28
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers472023 cv 08-363
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Opposanten niet-ontvankelijk vanwege te laat in verzet komen


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Sector kanton Locatie Bergen op Zoom zaak/rolnr.: 472023 CV EXPL 08-363 vonnis bij vervroeging d.d. 23 april 2008 inzake 1. [opposant], en 2. [opposante], beiden wonende te [adres], opposanten, procederend krachtens civiele toevoeging nr. 1EB9435, gemachtigde: mr. M.P.M. Meuwese, advocaat te Waalwijk, tegen de stichting Woningstichting Soomland, statutair gevestigd en kantoorhoudende te (4613 AK) Bergen op Zoom, aan het Boerenverdriet 20, geopposeerde, gemachtigde: Buys & Partners Gerechtsdeurwaarders te Tholen. 1. Het verdere verloop van het geding In oppositie: De procesgang blijkt uit de volgende stukken: 1.1 het incidenteel vonnis van 5 maart 2008 en de in dat vonnis genoemde processtukken; 1.2 de conclusie van repliek in oppositie tevens antwoordakte inzake de eiswijziging, met productie; 1.3 het audiëntieblad d.d. 2 april 2008, waaruit blijkt dat de zaak opnieuw verwezen is voor vonnis. De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast. 2. De verdere beoordeling In oppositie: 2.1 Bij genoemd incidenteel vonnis heeft de kantonrechter beslist, dat het beroep op niet-ontvankelijkheid niet in het incident maar in het verzet zelf diende te worden beslist omdat voor een beslissing op een niet-ontvankelijkheidsverweer in het incident geen plaats is. Tijdigheid verzet? 2.2 Bij verzetdagvaarding van 9 januari 2008 zijn opposanten in verzet gekomen tegen het verstekvonnis van de Rechtbank Breda, sector Kanton, locatie Bergen op Zoom, van 22 augustus 2007 tussen geopposeerde, toen eiseres, en opposanten, toen gedaagden, gewezen onder zaak/rolnummer 454468 CV EXPL 07-4719. 2.3 Allereerst is aan de orde de beantwoording van de vraag of opposanten tijdig in verzet zijn gekomen. Op grond van artikel 143, tweede lid, Rv, dient het verzet te worden ingesteld binnen 4 weken nadat het (verstek)vonnis is betekend, dan wel op een andere wijze kenbaar is geworden. Namens geopposeerde is in kopie de betekening d.d. 6 september 2007 overgelegd, waaruit blijkt dat opposanten op die datum bekend zijn geworden met de inhoud van bovengenoemd verstekvonnis. Daarnaast is niet betwist, dat opposant sub 1 naar aanleiding van het gewezen verstekvonnis op 28 augustus 2007 telefonisch contact heeft opgenomen met de gemachtigde van geopposeerde in welk telefoongesprek nog eens is bevestigd dat deze kennis heeft genomen van het verstekvonnis. Gelet hierop betwist geopposeerde terecht, dat opposanten pas op 2 januari 2008 kennis zouden hebben genomen van genoemd verstekvonnis. 2.4 Door eerst bij verzetdagvaarding van 9 januari 2008 op te komen tegen dit verstekvonnis zijn opposanten te laat in verzet gekomen en dienen zij om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun verzet. 2.5 Opposanten zullen als niet-ontvankelijk te verklaren partij worden veroordeeld in de kosten van deze verzetprocedure. Aan verdere beslissingen komt de kantonrechter niet toe. 3. De beslissing De kantonrechter: in oppositie: verklaart opposanten niet-ontvankelijk in hun verzet; veroordeelt opposanten in de kosten van dit geding, aan de zijde van geopposeerde tot deze uit¬spraak begroot op € 175,00, als salaris voor de gemachtigde van geopposeerde. Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en bij vervroeging uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 23 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.